Polderpower: een ode aan de vrouwen in de nederpop

Tim Treffers, journalist, muzikant, producer, nederpopkenner en mede-oprichter van deze website, presenteerde vandaag in de Melkweg in Amsterdam zijn boek Polderpower, waarin hij bijna vijftig Nederlandse zangeressen uit de nederpop een podium geeft. Een van deze vrouwen is – uiteraard – ook Jerney Kaagman.

Voor een volle zaal in poptempel de Melkweg — met een kleurrijk gezelschap van vrienden, familie, journalisten, uitgevers en zangeressen — presenteerde Tim zijn boek Polderpower. In zijn openingswoord vertelde hij over het ontstaan van zijn fascinatie voor de Nederpopvrouwen en dat er bij hem een poster van een vintage Hollandse vedette boven zijn bed hing: Jerney Kaagman. En dat er een feminist in hem schuilt.

Openingswoord van Tim

Het eerste exemplaar van Polderpower overhandigde Tim aan zangeres en presentatrice Angela Groothuizen, die met een knipoog liet weten vooral te hopen dat de afgekeurde foto van de Dolly Dots — al de hele middag samen met allerlei andere zangeressen op het scherm getoond — níét in het boek was terechtgekomen. Tot haar opluchting kon Tim dat bevestigen. Daarna werden de gasten getrakteerd op enkele optredens, zoals van zangeres Blackbird, die imponeerde met Lean on Me — de Engelstalige bewerking van Leun op mij van Ruth Jacott. Bijzonder was ook de vertolking van Angel from Montgomery door Cherry Wijdenbosch, een hertaling van het iconische nummer dat onder meer bekendheid kreeg in de versie van Bonnie Raitt. De middag werd afgesloten met een interview tussen Tim en zijn nicht Marloes Janssen, A&R creative manager bij Universal, die vertelde over de opmars van vrouwen in de muziekindustrie.

Tim reikt het eerste exemplaar uit aan Angela Groothuizen

Voor zijn boek sprak Tim tientallen vrouwen die in 65 jaar Nederpopgeschiedenis hun stempel op de muziek drukten. Hij tekende hun verhaal op over grote dromen, doorbraken, roem, het gevecht om relevant te blijven, het maken van compromissen, en het staande blijven in een door mannen gedomineerde wereld. De zangeressen vertellen in interviews openhartig over hun ervaringen met grensoverschrijdend gedrag. Over de vrouwen die Tim niet meer heeft kunnen spreken door ziekte, overlijden of pensioen schreef hij een korte bio om een zo compleet mogelijk overzicht te bieden van ruim 65 jaar vrouwen in de nederpop. De historische inleidingen per decennia, de nauwkeurige selectie hits en obscure tips uit zijn eigen platenkast geven de verhalen een historische context. Het prachtige beeldmateriaal van gerenommeerde fotografen maakt het een rijk boek dat ongetwijfeld tot een standaardwerk over vrouwen in de nederpopmuziek zal uitgroeien.

Cherry Wijdenbosch en vrienden

Tim maakte het boek met medewerking van o.a. Imca Marina, Bonnie St. Claire, Lenny Kuhr, Anita Meyer, Angela Groothuizen, Mathilde Santing, Frédérique Spigt, Lois Lane, Anita Doth, Trijntje Oosterhuis, Edsilia Rombley, Ellen ten Damme, Hind, Do, Berget Lewis, Roxeanne Hazes, Numidia El Morabet en Tabitha.

Tim Treffers (1988) is journalist, muzikant en nederpopkenner. Als zanger brak hij door in Japan, waar hij op tour ging en voor P-Vine Records drie albums opnam. Voor AVROTROS en NPO Radio 2 maakte hij met Carolien Borgers de podcastserie De Nederpopcast.

Het boek Polderpower is o.a. te bestellen via de website van Uitgeverij Noordboek – Van Gorcum.

Foto’s Gert Oosterhuis en Christel van Capelleveen

De bijzondere band van Klaas Smidt met Earth and Fire

Klaas Smidt is fan van het eerste uur en heeft een bijzondere band met Earth and Fire. In de zomermaanden begin jaren zeventig werkte hij als DJ voor het roemruchte Sarasani op Texel en verwelkomde Jerney en haar mannen vele malen op het podium. In 1975 startte hij als fotograaf-lithograaf bij Polygram en kwam hij weer in aanraking met het vijftal. Als lithograaf was hij mede verantwoordelijk voor twee singlehoesjes van Earth and Fire.

Klaas leerde de band kennen in beatboerderij Sarasani. In de zomermaanden van 1971 tot en met 1975 was hij daar DJ en kondigde ook de optredende bands aan. Hij leerde in die jaren veel mensen kennen en vooral veel bandjes die er speelden. Hij herinnert zich: ‘Omdat de pont na 21.00 uur niet meer voer, moesten de bandleden altijd overblijven. Dus dat was feesten!’ Van Earth and Fire kende hij in die tijd voornamelijk Jerney Kaagman en Ton van der Kleij. ‘Met Ton heb ik veel lol beleefd na afloop van de optredens.’ Voor de verhalen van toen verwijst hij naar het boek “Sarasani, geschiedenis van een beatlegende” van Jan Blei uit 2014. De beatschuur trok tijdens het tienjarig bestaan (1966-1976) meer dan tweehonderdduizend bezoekers naar Texel. Mede dankzij de betrokkenheid van Radio Veronica groeide Sarasani uit tot het Mekka van de Nederbeat. Earth and Fire speelde er van 1970 tot 1976 zeker 11 keer.

Klaas Smidt (midden) met zijn collega’s van Sarasani. Archief Klaas Smidt

In september 1975 startte Klaas als fotograaf-lithograaf bij Polygram, toen al een van ‘s werelds grootste muziekconcerns. De organisatie werd opgericht in 1972 en was verantwoordelijk voor alle entertainmentactiviteiten van Philips. De Nederlandse tak was gevestigd in Baarn. In het begin keek Klaas er wel van op dat hij ook bij dit werk veel bekende mensen tegen het lijf liep. ‘Maar ook dat went weer.‘ Hij kan terugblikken op een mooie carrière. In zijn tijd bij Polygram heeft hij aan wel honderden hoezen meegewerkt. ‘Vroeger ging ik regelmatig een platenzaak binnen, kijken of mijn werk er stond.’ Hij zegt zijn eigen ontwerpen onmiddellijk te herkennen als hij het weer ziet.

Hij werkte mee aan ontwerpen voor lp’s, cd’s, dvd’s, posters, flyers, stickers. Ook labels voor op de platen werden door zijn afdeling ontworpen. In de latere jaren ontwierpen ze ook veel cd-verpakkingen voor klassieke uitgaven. Ook werkten ze veel voor derden, zoals Telstra, Johnny Hoes – met Doe Maar – , CNR en ARCADE. En ook voor Bert van Breda van BR Music, bekend van 192TV in Nijkerk. En ook kwam hij in dit werk weer met Earth and Fire in aanraking. Hij werkte mee aan de singleshoesjes van Thanks for the Love en What Difference Does it Make. Of hij dingen bewaard heeft? ‘Eigenlijk niet. Het was tenslotte gewoon mijn werk. Al was het wel heel leuk werk in een leuke omgeving met leuke mensen, in het mooie Baarn.’

Hoe ging dat ontwerpen eigenlijk in zijn werk? ‘Een hoes maak je niet in je eentje. Het begon bij een art-director die verantwoordelijk was voor het product. Er werd een idee ontwikkeld en schetsmatig uitgewerkt. Een werktekenaar maakte dan een soort basis waarop werd aangegeven hoe de hoes moest worden. Dat was eventueel een afdruk met foto’s of dia’s die aangeleverd werden door een fotograaf, al of niet intern of extern. Ook werd tekst en lettertype bekeken en door een corrector nagelezen. Als dit een beetje compleet was, kwam het materiaal naar onze afdeling, waar we met ongeveer acht man werkzaam waren.‘

‘We gebruikten daar camera’s en allerlei apparatuur op grafisch gebied om het idee te verwezenlijken. Aan de hand van de werktekening maakten we dan de hoes. Compleet in vier kleuren werd alles op een filmmontagetafel in elkaar belicht op film. Dit was een zeer ingewikkeld procedé. Ik heb er een jaar over gedaan voor ik dat kon. Uiteindelijk stond de hoes dan compleet met foto’s en tekst op film in vier kleuren. Het was echt millimeterwerk om het te maken, waarvoor je echt engelengeduld nodig had. Ook was er altijd een strakke deadline. Kortom veel tijdsdruk waardoor het wel regelmatig 21.00 uur of later werd.’

‘Als alles klaar was, ging de hoes in proef om te kijken hoe het was geworden en ging het ook naar de corrector om te kijken of er geen fouten in de tekst zaten en dergelijke. Als er geen correcties kwamen, ging de hoes in productie.’ Het kwam wel eens voor dat een band zich met het ontwerp bemoeide, maar meestal niet. Het was een Polygram-product waar zij een contract voor tekenden en in feite geen zeggenschap hadden over het uiterlijk van de hoes. Er waren natuurlijk uitzonderingen, zoals bijvoorbeeld ABBA en dat soort groepen die zelf helemaal de stijl bepaalden.’

Over zijn werk bij Polygram zegt Klaas: ‘Het was een leuke tijd en is voorbij geflitst. Maar ook nu vermaak ik me nog uitstekend.’ Na zijn pensionering reisde Klaas veel, wat door corona even op een laag pitje kwam te staan. Hij houdt verder nog steeds de herinneringen aan Sarasani, de Texelse poptempel van de jaren zestig en zeventig, levend. Hij is actief lid van diverse Facebookgroepen over Sarasani en was betrokken bij de organisatie van diverse herinneringsbijeenkomsten over de beatschuur.

Optredens Earth and Fire in Sarasani:

23 juli 1970Den Burg, TexelSarasani
13 juli 1971Den Burg, TexelSarasani
4 juli 1972Den Burg, TexelSarasani
19 juli 1972Den Burg, TexelSarasani
1 augustus 1972Den Burg, TexelSarasani
3 juli 1973Den Burg, TexelSarasani
17 juli 1973Den Burg, TexelSarasani
4 augustus 1973Den Burg, TexelSarasani
18 juli 1974Den Burg, TexelSarasani
24 juli 1974Den Burg, TexelSarasani
2 augustus 1975Den Burg, TexelSarasani

Afbeelding: archief Klaas Smidt

De tijd zegt niets

De redactie van EarthandFire.NL is bezig met een nieuw boek over Earth and Fire. Gert Oosterhuis en Christel van Capelleveen hebben eerste gesprekken gevoerd met Hans Ziech, Ella Koerts-Hermsen en Marjorie Koerts-Lensvelt, die enthousiast hebben gereageerd op het plan. Een gesprek met de woordvoerder van Jerney Kaagman staat op de rol. Ook zijn er ervaringen opgehaald bij Fred en Dick Hermsen, de auteurs van de in 2006 uitgebrachte biografie over de band.

Gert en Christel spreken over een publicatie met plaats voor verhalende herinneringen, dat beoogt de muziek van de band naar de tegenwoordige tijd te brengen. Daarmee kiezen ze voor een vrije, creatieve vorm. Ook wordt er gekeken naar losse eindjes in de biografie, naar wat nog niet is verteld. De inspiratie voor dit project deden zij al op tijdens opnamen van de podcast-reeks Dwarstrekkers.

De komende tijd zal er met mensen uit verschillende disciplines uit de muziek en entertainment sector worden gesproken en ook met bewonderaars van de band. Op gezette tijden zal er een update over de voortgang van het project worden gegeven via de sociale media van Earth and Fire.

Wanneer het boek verschijnt? Only time will tell…

Oproep
Voor dit boek zijn de schrijvers op zoek naar een aantal mensen die persoonlijke, aangrijpende gebeurtenissen in hun leven hebben doorstaan, waarbij de muziek van Earth and Fire een louterende doorwerking had (of nog heeft) en dit met hen willen delen. Gert en Christel zeggen hierover: “We gaan onder andere verhalen optekenen van bewonderaars van hun muziek, die lezers en muziekliefhebbers – in de breedste zin – nog niet hebben bereikt en waar een hoopvolle of inspirerende boodschap van uitgaat. Bij het kiezen van verhalen zullen we ons laten leiden door reacties van mensen, die in de regel niet op de voorgrond staan. ‘Nieuwe‘ gezichten die we graag het woord geven.”

Is je belangstelling gewekt? Vul het contactformulier in of stuur je naam en een korte motivatie naar earthandfire.nl@outlook.com. In een later stadium zullen ze een inhoudelijke reactie geven.        

Foto: Archief Universal Music

Dia van ‘De uil zat in de olmen’ geschonken aan Museum RockArt

De na jaren teruggevonden dia met de uil, die begin jaren zeventig tijdens live-optredens van Earth and Fire werd geprojecteerd, is geveild voor ParkinsonNL en gaat naar Museum RockArt. Wat was ook weer het verhaal achter de dia? We zochten het uit.

In 1970 bracht de gelegenheidsformatie Holland het symfonische rocknummer Hans Brinker Symphony uit. Het nummer was een bewerking van het kinderliedje De Uil zat in de olmen. Producer Freddie Haayen had het bewerkt en diverse muzikanten uit succesvolle Nederpopgroepen zoals Golden Earring, Earth and Fire, Sandy Coast, Exception, Tee-Set, The Shoes en Dizzy Mans Band werkten aan het project mee.

Het nummer werd speciaal geschreven voor de finale van 6 M. 2 N.A.P. (Beat behind the dikes), een muziektelevisieprogramma rondom nederbeat met de Hollandse geschiedenis als thema. Het was een co-productie van Bob Rooyens voor de AVRO en Bavaria, die de finale respectievelijk op 30 december 1970 in Nederland en 8 maart 1971 in Duitsland uitzonden. De muzikanten stonden op 13 kunstmatige eilandjes in het IJsselmeer en speelden de Hans Brinker symphony. Op 19 januari 1971 zond Toppop de clip uit:

In de jaren 1971 en 1972 speelde Earth and Fire tijdens live-optredens een spacy instrumentale improvisatie op De uil zat in de olmen, dat vervolgens overging in She has funny cars van Jefferson Airplane. Luister hier.

Tijdens dit nummer werd door de mannen van de lichtshow een flikkerende afbeelding van een uil geprojecteerd. Helaas was de dia met de uil na een optreden in 1971 of 1972 in bar-dancing Suzie Q in Veenendaal kwijtgeraakt en niet meer vervangen.

Toen de dia in november 2021 plots op Marktplaats verscheen, ging oud road-manager Cees Roos onmiddellijk tot aankoop over. Deels omdat hij vond dat de uil Earth and Fire-geschiedenis is en terug moest naar de band, maar ook om te achterhalen wat er met de dia was gebeurd. Eerder had hij het mysterie van de live-opnames uit Minden al ontrafeld. het bleek dat iemand bij het vegen van de zaal de dia had gevonden en in bezit had gehouden. Tot november 2021, toen hij de dia te koop zette op Markplaats. Cees Roos vertelt erover in de documentaire Earth and Fire backstage- De drummer en de roadies van John Meijer.

Cees heeft recentelijk de dia beschikbaar gesteld voor de veiling voor ParkinsonNL op 10 november jl. in Azotod. In overleg met Cees hebben Ronald Platier en anderen € 300 gedoneerd en de dia vervolgens geschonken aan Museum RockArt, het museum dat het cultureel erfgoed van de (inter)nationale muziekgeschiedenis verzamelt, beheert, conserveert, digitaliseert en presenteert vanaf de jaren 50 tot heden. Voortaan kan de dia door alle bezoekers van het museum bekeken worden. Zo is een stukje Earth and Fire-geschiedenis weer compleet.

De dia van de uil was overigens niet de enige dia die tijdens de lichtshow werd gebruikt. In de nalatenschap van Martin Smit komen er in de beschrijvingen allerlei andere dia’s voor, zoals wolken, bergen en een vrouw. We zijn benieuwd of hiervan nog foto’s zijn.

Foto Uil projectie door F. Veldhuizen tijdens een optreden in Kreade in Den Haag op 22 april 1972.

Ragnarok – The Twilight of the Gods

Ragnarok is een Noorse legende die gaat over de ondergang van de goden en het einde van de wereld. De Noorse godenschemering. Het is het thema van People Come, People Go, het lange nummer van de elpee Reality fills Fantasy.

Hans Ziech sprak in het interview voor de podcast Dwarstrekkers over de grote thema’s, de concepten die op de diverse vroegere albums gebruikt worden en noemde daarin het verhaal van Ragnarok. Het betekent het (nood)lot van de goden. De legende is onderdeel van de Noorse mythologie en gaat over de geschiedenis en ondergang van de goden. Het is het thema van People Come, People Go.

Als je je altijd al hebt afgevraagd waar toch die eerste strofen van People Come, People Go, met ‘Norwegian woman’, ‘the twilight of the Gods’ en ‘the wolf who’s growin’ strong’, over gaan, dan kun je die teksten na het lezen van de legende van Ragnarok vast beter plaatsen.

It has been told
So many time
Over and over again
‘Bout nights and days to come

Isn’t it time
Norwegian woman
You give to understand
The twilight of the Gods

After all the frozen years
Fire scorched the crystal gate
The nightly god fights helplessly
Against the wolf who’s growin’ strong
Silence – all is lost
The time will come that after all
Sunshine feeds the brand new world

Volgens de legende begon het einde van de wereld met sneeuw en ijs. Een langdurige en vernietigende winter zou de aarde volledig bedekken onder lagen van ijs, sneeuw en duisternis. De mensheid zou deze ramp niet doorstaan: tijdens de sombere dagen die volgden op de hevige sneeuwstormen, zouden families uit elkaar vallen. In de chaos die daarop volgde, zouden de samenlevingen op aarde op dramatische wijze ten onder gaan.

Naast de ondergang van de menselijke beschaving, zou de kou ook leiden tot verwoestende rampen en zouden mythische wezens de situatie verder verslechteren. Wolven zouden zowel de zon als de maan verslinden, waardoor de wereld voorgoed in duisternis gehuld werd. Aardbevingen van ongekende kracht zouden de aarde treffen, terwijl de machtige wolf Fenrir zijn ketenen brak en de reuzenslang Jörmungandr uit de diepe oceanen tevoorschijn kwam, het land op, om het gevecht aan te gaan. Na het gevecht verdween de wereld uiteindelijk in zee, waarna het weer als nieuw boven de golven vandaan kwam.

Het is een verhaal over een strijd tussen orde en chaos, die voortdurend in elkaar overgaan. Chaos verslaat de kosmos, alleen om plaats te maken voor een nieuwe scheppingsorde. Door naar het verhaal van Ragnarok te luisteren, haalden de Vikingen moed uit het voorbeeld van “hun” goden en hielden ze vast aan de gedachte dat een heldhaftig leven hen eeuwige roem zou brengen. Voor de oude Noormannen betekenden de gebeurtenissen van Ragnarok dus niet zozeer het einde van alles, maar eerder een symbolische belofte van voortbestaan na de dood.

In de muziek werd de legende van Ragnarok in de 19e eeuw bekend door de Duitse componist Richard Wagner door Götterdämmerung (Twilight of the Gods), de laatste van zijn opera’s van Der Ring des Nibelungen.